Boom, uitgesneden tekening, tempera (2011), 73 x 110 cm
Kruisbrink wordt geraakt door de weidsheid en de stilte van de natuur en probeert die indrukken op papier over te brengen. Zo tekent, schildert en knipt ze haast op een meditatieve manier totdat ze de essentie te pakken heeft. Door de pasteltinten en het onderwerp stralen de werken een bepaalde rust uit.
Tegelijkertijd ontstaat er door de uitsneden en gelaagdheid van verschillende materialen en technieken een zekere spanning. De ongespecificeerde achtergrond of locatie zorgt er daarnaast voor dat je het beeld eromheen zelf kunt invullen.
Om tot haar beelden te komen fotografeert Kruisbrink de natuur, zowel in detail als landschappen. Hierna haalt ze onderdelen uit de foto’s die ze in haar atelier samenbrengt tot nieuwe werken. Ter plekke in de natuur tekenen is onmogelijk voor Kruisbrink, ze moet letterlijk afstand nemen om tot een eigen beeld te kunnen komen. Tijd en afstand maken het voor haar mogelijk om tot de kern van een boom of een plek te komen.
Op een gegeven moment is Kruisbrink in haar werken gaan snijden. Hiermee gaat ze in tegen de voorzichtige en precieze tekeningen. Snijden is onomkeerbaar, zodra het mes het papier heeft geraakt kan ze niet meer terug. Zo dwingt ze zichzelf om keuzes te maken. Ze kleurt knipsels in of legt ze over andere tekeningen of knipsels heen. Vaak wijken de knipsels van het papier, waardoor er schaduwen ontstaan en er met de ruimte wordt gespeeld.
Een blik op de werken ingelijst in het atelier