Loes Koomen – speciale Museumtijdschrift editie

Vanwege het 30-jarig jubileum biedt Museumtijdschrift in samenwerking met We Like Art vier kunstwerken te koop aan, in een oplage van dertig. Als derde te koop: ‘Kind of Blue’ en ‘I Didn’t Know … (Red)’ uit 2017 van Loes Koomen.

Twee jaar geleden gaf Loes Koomen haar succesvolle carrière als artdirector en grafisch ontwerper op voor een andere liefde: fulltime schilderen. Ze trok zich terug in haar atelier en kwam daar weer uit met abstracte, grafisch getinte schilderijen. Die zijn een mix van het vrijheidsgevoel en optimisme van de jaren zestig en het uitbundige kleurgebruik van Jeroen Bosch. Nog t/m 21 juli is bij Salon Bart (boven galerie Bart) de solo-tentoonstelling Room To Move van Loes Koomen te zien.


De speciale editie ‘Kind of Blue’ en ‘I Didn’t Know … (Red)’, 2017, tweeluik, elk: 37,5 x 37,5 cm, hoogwaardige piëzografie in twee lijsten.

Eerst even over de editie:

Alleen abonnees van Museumtijdschrift kunnen de editie aanschaffen. Mocht je nog geen abonnee zijn, dan kun je via deze link, met speciale We Like Art-korting een abonnement nemen, nu voor € 37,50. Niet gek, voor minder dan € 400,- ontvang je dus deze speciale editie en 8 keer Museumtijdschrift! En je staat vooraan bij de laatste komende editie van Emo Verkerk, en er zijn nog enkele exemplaren van deze editie van Maria Roosen. NB de editie van herman de vries is inmiddels uitverkocht.

Certificaat: Het werk is op een bijgeleverd etiket gesigneerd en genummerd
Prijs: € 350,- inclusief btw, exclusief lijst en exclusief verzendkosten.
Levering: Het kunstwerk ontvang je binnen 3 weken na betaling in huis
Verzendkosten: € 17,50 binnen Nederland. Het is ook mogelijk het werk op afspraak op te halen bij ons op kantoor, Leliëndaalstraat 4, Amsterdam.

Gelijk bestellen? Klik dan hier.

Marina de Vries van Museumtijdschrift interviewde Loes Koomen, ze vertelt over haar atelierleven en over de speciale editie.

Heb je een vast ritueel om je werkdag te beginnen?
“Zeker. Het eerste dat ik doe als ik in mijn atelier ben, is mijn schilderkleren aantrekken. Vervolgens zet ik muziek aan en beginnen de gewone rituelen: de mail checken, schetsen op de computer, een nieuwe kleur of witte onderlaag opzetten.”

Liever muziek dan stilte?
“Altijd muziek. Het haalt de ruis weg van het omgevingsgeluid. Voorkeuren? Dat is heel verschillend. Soms is het niets-aan-de-hand-popmuziek, soms de melancholische liedjes van Barbara, dan weer Led Zeppelin. Als ik echt lekker aan het schilderen ben, heb ik behoefte aan harde, aanwezige muziek.”

Je hebt een droomcarrière achter de rug als artdirector en grafisch ontwerper, onder meer van Museumtijdschrift. Maar je eerste liefde, de vrije kunst, bleef trekken, waarom?
“Ik kon als kind leuk tekenen, wist vanaf mijn achtste dat ik daarmee verder wilde. Maar toen ik als zeventienjarige naar de Academie voor Beeldende Kunst Sint-Joost ging om te schilderen, dacht ik: ‘ik ben te jong, heb nog niks te vertellen’. Grafisch ontwerp paste destijds beter bij mij. Maar ik ben nooit opgehouden te schilderen, beeldhouwen en fotograferen.”

Wat is zo fascinerend aan het ‘ouderwetse’ schildermetier?
“De traagheid. In eerste instantie moet je erachter komen wát je wilt schilderen: wat zijn je fascinaties, wat maakt dat een schilderij echt van jou wordt, dat was een proces van jaren. Mijn werk werd steeds abstracter en minimalistischer. Elke stap in het schilderproces vraagt om een zorgvuldige afweging, om concentratie en is vaak onomkeerbaar. Ik hou van dat fysieke proces. Daarnaast ben ik dol op het schilderen op grote formaten, bijvoorbeeld 160 x 160 centimeter.”

Het duurde even voordat jij je onderwerp had gevonden. Daarbij was ‘Tuin der Lusten’ van Jeroen Bosch een eyeopener, leg uit.
“Bij de grote Boschtentoonstelling in Madrid zag ik met wat voor lef hij zijn kleuren naast elkaar zette, hoe het roze en groen naast het blauw met elkaar gingen werken. Ik realiseerde me daar dat dat al jaren mijn favoriete kleuren zijn: roze, oranje, rood en een bepaalde kleur blauw. Sinds die tijd durf ik te kiezen voor dit beperkte kleurenpalet en ben ik verder gaan puzzelen tot ik mijn vormentaal vond. Doordat ik de kleuren veel feller ben gaan gebruiken dan Bosch, ontstond aansluiting bij die van de jaren ’60: ze brengen het gevoel van vrijheid over waarnaar ik op zoek ben.”

In hoeverre voel je je verwant aan het abstract-geometrische werk van Jan van der Ploeg, die we voor Museumtijdschrift 2018/5 hebben geïnterviewd?
“Ik bewonder zijn werk. En hoewel er oppervlakkig gezien misschien een relatie is met mijn werk, verschilt het inhoudelijk hemelsbreed. Mijn schilderijen gaan over menselijkheid, over menselijk gedrag. Ik streef niet naar een zo vlak en perfect mogelijk schilderij. Mijn schilderhuid moet juist wat morsig zijn, zoals het leven ook is. Ik ben eerder getroffen door het werk van Philip Guston (1913-1980), een Amerikaanse schilder die eerst abstract werkte en later figuratief, vanuit een politieke en maatschappelijke betrokkenheid. Hoe hij zwaarmoedige onderwerpen op een luchtige manier schildert, prachtig.”

Hoe is het tweeluik ‘Kind of Blue’ en ‘I Didn’t know … (Red)’ ontstaan?
“Beide maken deel uit van een serie, ik werk vaak aan meerdere series tegelijk. De titel ‘Kind of Blue’ verwijst naar een songtitel van Miles Davis, dat schilderij is wat melancholisch. De andere titel verwijst naar een tekst van Gary Glitter, koning van de glamrock. Die titels zijn puur associatief en iedereen mag en kan er natuurlijk het zijne of hare in zien. Maar voor mij, als kind van de jaren zestig en zeventig, gaat het altijd over in- en uitsluiting, over er wel of niet bij horen, over optimisme en vrijheid.”

Naast het beperkte aantal vormen valt je werk op door krachtige kleuren. Hoe krijg je dat voor elkaar?
“Ik heb lang gezocht naar de precieze kleuren en het juiste merk verf. Ik wil de felste kleuren zonder dat het fluor wordt. Om de juiste diepte, glans en intensiteit te krijgen breng ik na vier of vijf lagen witte ondergrond zo’n vier of vijf lagen kleur aan. Het gaat er natuurlijk ook om hoe de kleuren naast elkaar staan. Af en toe gebruik ik drie kleuren tegelijk, meestal een of twee, naast zwart en wit. De uitdaging is om met die minimale middelen de dynamiek, de energie erin te krijgen. Daar kan ik lang mee bezig zijn.”

Heb je een boodschap met je werk?
“Ik heb zeker geen boodschap, maar ik hoop wel iets optimistisch over te brengen. Dat je blij wordt van mijn werk, vind ik belangrijk.”

Hoe zie je je toekomst?
“Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog zou stoppen met schilderen. Ik zit momenteel in zo’n flow: ik heb mijn eerste solotentoonstelling, mijn eerste grote kunstopdracht voor een nieuwe biënnale volgend jaar, heb net een schilderij op de post gedaan voor een koper in Seattle, die mijn werk op instagram heeft gezien. Wat nu allemaal gebeurt, is al toekomst genoeg.”

Lees het hele interview op de site van Museumtijdschrift: link

Wil je de editie bestellen? Klik dan hier.

  • herman de vries – speciale Museumtijdschrift editie

    Vanwege het 30-jarig jubileum biedt Museumtijdschrift in samenwerking met We Like Art vier kunstwerken te koop aan, in een oplage van dertig. Als tweede te koop: ‘Untitled (Traces)’ uit 2014 van herman de vries (1931).

    Lees verder: herman de vries – speciale Museumtijdschrift editie
  • Maria Roosen – speciale Museumtijdschrift editie

    Vanwege het dertigjarig jubileum biedt Museumtijdschrift in samenwerking met We Like Art kunst te koop aan voor een vriendelijke prijs. De eerste in de vierdelige serie is nu te koop: de editie Back to Base (2016), van Maria Roosen. Back to Base is een autonoom werk, waarbij het begin van de ruggengraat, een van de meest essentiële onderdelen van het lichaam, symbool staat voor bezinning en reflectie.

    Lees verder: Maria Roosen – speciale Museumtijdschrift editie