Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst 2013

Afgelopen vrijdag maakte koning Willem Alexander zijn debuut bij het jaarlijkse feestje in het Paleis op de Dam waarbij de schilderkunst wordt gevierd. Dit jaar dongen 225 jonge schilders (t/m 35 jaar) mee naar de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst.

Philipp-Kremer

Philipp Kremer, Basic community IX, olieverf op doek, 200 x 260 cm, 2012. (foto’s: Tom Haartsen)

De Koning maakte vrijdag de 4 winnaars bekend: Wieteke Heldens, Marijn van Kreij, Philipp Kremer en Jorn van Leeuwen. De maidenspeech van Willem Alexander voelde als een warm bad. We halen een paar uitspraken aan:

“Drieëndertig jaar lang reikte mijn moeder deze Prijs uit. Dit jaarlijkse evenement is haar bijzonder dierbaar. Niet alleen uit persoonlijke betrokkenheid, maar ook vanuit de visie dat kunstenaars een onmisbare rol in onze samenleving vervullen.”

Kijk dat is niet verkeerd als een vooraanstaand publiek figuur het weer eens onomwonden opneemt voor de kunst. En dan niet vanuit de verdediging maar vanuit overtuiging.

“Mijn moeder heeft schilders ooit omschreven als zieners die ons verrassen, ons wakker schudden en onze ogen openen voor een nieuwe beleving en zingeving van het alledaagse. Haar liefde voor de schilderkunst – en voor de kunsten in het algemeen – is voor mij altijd een grote bron van inspiratie geweest. Vanuit die inspiratie trek ik de lijn van deze prachtige traditie met plezier en overtuiging dóór.

Schilderen is hard werken. Worstelen met de materie. Dóórzetten, soms tot de pijngrens. Maar het resultaat is die moeite méér dan waard omdat het ons leven en onze kijk op de wereld verrijkt, verdiept, verscherpt en vernieuwt.“

Jorn-van-LeeuwenJorn van Leeuwen, Geranium Meteoor 8, beenderlijm, olieverf en damarhars op doek, 117 x 188 cm, 2013

Dat is een geluid dat we natuurlijk graag horen. De Koning lijkt zich te verhouden tot sportmetaforen en het prikkelend bedoelde essay in de tentoonstellingscatalogus van criticus Domeniek Ruyters, die in een knap staaltje hermetisch proza de staat van de schilderkunst weer eens problematiseert. Ook Ruyters halen we graag even aan:

“Je kunt de objectivering van de schilderkunstige handeling de laatste stap noemen in de emancipatie van de schilder, richting het gewenste analytische of conceptuele kunstenaarschap. Werd de schilderkunst eerst conceptueel en zich van de context bewust, vervolgens onderdeel van een multimediale praktijk, gecombineerd met performances, hier is te zien hoe het schilderen zich zelfs aan het ontdoen is van zijn meest identiteitsvormende onderdeel: de verf op doek. (..) Het schilderen wordt tot onderdeel gemaakt van een breder reflexief complex, van een onderzoek naar het beeld dat door de mediale verschuivingen zijn betekenis niet zeker is.”

Ahem, duidelijk een tekst van een beschouwende professional gericht aan andere ingewijde professionals. Je vraagt je af of zo’n hard-core high-brow tekst geschikt is voor dit podium, we vermoeden namelijk dat veel bezoekers van de populaire tentoonstelling in het Paleis geen enkele boodschap hebben aan zo’n essay. Het is helaas de pavlov van veel schrijvende experts in de kunstwereld, je richten op je collega-experts in plaats van op de niet of minder ingevoerde lezer.

Lezen voelt als huiswerk, een wervend aanstekelijk verhaal zit er al helemaal niet in. Het versterkt bij de buitenstaander het gevoel dat de kunstwereld een naar binnen gericht gezelschapsspel is. Dat Ruyters het in zijn stuk het nog steeds heeft over de Koninklijke Subsidie van de Schilderkunst, een naam die al een paar jaar geleden is veranderd in de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst is misschien wel veelzeggend. Hulde dus voor het enthousiasmerende geluid van Willem Alexander. Lees de hele speech van de Koning hier.

Wieteke-Heldens

Wieteke Heldens, Dry Pain’t, olieverf op doek, 100 x 150 cm, 2013

Over de winnaars en de 21 andere deelnemers aan de tentoonstelling in het Paleis kunnen we kort zijn, het is weer een mooie staalkaart van wat er momenteel gemaakt wordt door jonge schilders. Erg leuk om te gaan kijken en je zelf een mening te vormen!

De eigenwijze jury (4 kunstenaars en 3 kunstbobo’s) koos dit jaar niet voor reputaties en nomineerde een aantal nieuwe namen. Onze verwachting was dat schilders die het afgelopen jaar doorbraken bij grote galeries van naam, Peggy Franck bij galerie Fons Welters en Coen Vunderink bij galerie Gabriel Rolt zeker aan de haal zouden gaan met de prijs. Niet dus.

Marijn-van-Kreij

Marijn van Kreij, Untitled (Manet, A Bar at the Folies-Bergère, 1882), gouache op papier, 97 x 70 cm, 2012

Wel werd Marijn van Kreij  (Galerie Paul Andriesse) op het schild gehesen, van Kreij is al jaren te zien op allerlei spannende (museale) tentoonstellingen – dus was het eigenlijk een verrassing dat hij eindelijk een keer meedeed aan de competitie. Marijn van Kreij kwam bij ons ook al eerder voorbij: hier en hier.

Winnaar Philipp Kremer is vers van de Rijksacademie en zorgt samen met Van Kreij (ook Rijksacademie alumnus) dat traditioneel de helft van de prijswinnaars van de Rijks of de Ateliers komt. Eerder in 2010 schreven we al over deze opvallende tendens. Lees hier meer. Beide andere winnaars (Wieteke Heldens  en Jorn van Leeuwen) zijn in zekere zin dark horses en dat is eigenlijk wel leuk en onverwacht. En bemoedigend voor alle jonge schilders die nog geen naam gemaakt hebben.

De Koninklijke Prijs geeft al jaren een vrij goed beeld van de verwachtingen die leven in de kunstwereld over de winnaars en exposanten. Vaak ook worden schilders opgepikt door galeries en verzamelaars juist naar aanleiding van hun presentatie op de Dam. Ga vooral zelf even kijken en stem op je favoriete kunstenaar voor de publieksprijs.

De tentoonstelling is geopend t/m 27 oktober 2013.
Het Koninklijk Paleis in Amsterdam is gedurende de tentoonstelling geopend van dinsdag tot en met zondag van 11.00 – 17.00 uur.
Video van de opening:  NOS.nl
Website Koninklijk Paleis | Beeldverslag opening bij Trendbeheer