Interview met Awoiska van der Molen over de aantrekkingskracht van donkerte en afgelegen landschappen

Awoiska van der Molen (1972, Groningen) studeerde in 2003 af aan de Master Fotografie St. Joost in Breda. Sindsdien onderzoekt zij intensief de donkerte met haar zwart-wit fotowerken. We zijn heel blij dat we nu eindelijk eens twee landschapsfoto’s kunnen tonen op We Like Art. En op onze presentatie bij OBJECT Rotterdam natuurlijk. Je wordt onmiddellijk naar haar werk toegezogen.

Awoiska

Na haar afstuderen richtte Awoiska zich op plekken aan de randen van anonieme steden en sinds een jaar of drie trekt zij afgelegen natuurlandschappen in, bij voorkeur ’s nachts. Haar foto’s vormen daarbij de neerslag van haar beleving van die locaties en het territorium van zwarten.

Afgelopen jaar toonde Awoiska haar werken in een duo tentoonstelling met Rob Nypels in de Noorderlicht Galerie in Groningen en won ze eerder dat jaar de Harry Penningsprijs. In 2011 werd haar werk genomineerd voor de prestigieuze  Hyères International Photography Competition en was ze een van de winnaars op het Alt+1000 festival in Zwitserland. Niet gek!

Hoi Awoiska, hoe is het met je? Je bent niet in Nederland momenteel toch?

Ik sta nu in de doka mijn zwart-wit films te ontwikkelen. Afgelopen week kwam ik terug van een werkreis op een stil en afgelegen eiland. Hier heb ik mijn nieuwste werken gemaakt.

Heb je daar gevonden wat je zocht?

Ik fotografeer in landschappen ver weg van het rumoer van de ‘buitenwereld’ omdat ik mij mentaal afgezonderd wil voelen. Dit kan op vele soorten plekken in de natuur zolang ik maar de geografische isolatie en onaangetaste natuur van een gebied ervaar. Dat gebeurde ook op dit eiland. De nacht versterkt nog meer de isolatie die ik wens, daarom fotografeer ik vaak in de nacht.

1

Werk je dan alleen ‘s nachts?

De stille donkerte geeft een comfortabele leegte waarin juist weer veel verborgen ligt. Dit vind ik met name ’s nachts maar dit tijdstip is niet een vereiste, ik ben niet perse een nachtfotograaf. Ik zoek meer naar de beleving van ‘donkerte’. Dit kan ik ook overdag tegenkomen en in een donker beeld vertalen.

Dat is praktisch gezien nog een hele toer zeker wanneer je wel ‘s nachts op pad bent .

Ja, in een bergachtig gebied kan het wel eens lastig zijn, ik heb graag hulp van de maan. Maar hoe langzamer ik mij door een gebied beweeg, hoe meer ik zie en ervaar. De zintuigen staan op een andere manier op scherp wanneer het donker is. Overdag ‘scout’ ik wel eens plekken waarvan ik vermoed dat dit interessant kan zijn, toch is dit zo’n verschil in beleving dat ik me beter kan laten verrassen als de donkerte is ingevallen.

2

Waarom trekt de donkerte je zo?

De inhoud van de donkerte ligt niet voor het grijpen. Het is moeilijk doordringbaar, en het vraagt tijd om dit te ervaren. De traagheid hiervan vind ik spannend. Dat geldt voor het hele proces: tijdens het fotograferen, het maken van de prints en het aanschouwen van het uiteindelijke beeld.

3

Je foto’s lijken soms bijna stille kijkkasten waarin je zo voorover zou kunnen tuimelen in het duister – heb je zelf die ervaring als je aan het fotograferen bent?

Ik begin met het fotograferen van een situatie wanneer ik inderdaad ervaar dat de natuur mij met haar duisternis kan omsluiten. De lange sluitertijden van de camera die nodig zijn in het donker (gemiddeld een kwartier per opname) versterken deze sensatie. Ook kan ik duisternis omzetten naar een meer verlichte toestand door een lange sluitertijd. Proberen toegang te krijgen tot dit donkere ‘territorium’ is wat ik probeer te vertalen met grote handprints die ik uiteindelijk maak.

4

Kies je daarom ook voor die fantastische manier van zwart-wit afdrukken op bariet-papier?

Ja, Ik vind dat de huid -de oppervlakte- van het barietpapier meer ziel in zich draagt, meer diepte ademt dan digitale zwart-wit prints. En met het zelf printen van het negatief op barietpapier in de doka zet ik de afzondering en traagheid voort die er is tijdens het fotograferen. Dit vind ik een belangrijk onderdeel van het gehele proces.

Hoe gaat dat in zijn werk eigenlijk – en wat is bariet papier?

Bariet papier bestaat uit papiervezel met daarop een barietlaag (bariumsulfaat en gelatine). De dikte van de emulsie- en gelatinelaag, de kleur of witheid van papier en barietlaag en de huid van het barietpapier geven opgeteld een ‘mooier’ en dieper resultaat dan kunststof fotopapier, en naar mijn mening ook digitaal fotopapier, maar over dit laatste zijn de meningen verdeeld. Kunststof fotopapieren zijn snel en makkelijk te verwerken in chemie baden. Bariet papier niet. Alles neemt meer tijd in beslag: ontwikkelen, fixeren en vooral het schoonspoelen. En bij het drogen krult het papier aan alle kanten, dat plet ik dan weer onder hoge temperatuur onder een wals. Dit arbeidsintensieve proces is het waard om tot een perfecte  afwerking van het beeld te komen.

5

Je bent ook heel secuur over het inlijsten, hoe is dat verzorgd bij de 2 foto’s die we laten zien bij OBJECT Rotterdam?

Ik exposeer de barietfoto’s niet achter glas. Het glas vormt ongewenste laag tussen het oog en de huid van het papier. En de eventuele spiegeling leidt af van de beleving van de zwarten in de afbeelding. Toch kan het gebeuren dat bij verkoop van het werk glas in de lijst gewenst, omdat het simpelweg de foto beschermd.

Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

Met dit laatste gerealiseerde nieuwe werk  ben ik klaar voor een eerste boekpublicatie van mijn werk van de afgelopen jaren. Binnenkort begin ik met de voorbereiding hiervan!

Goed om te horen allemaal, en extra mooi natuurlijk dat je nu op onze presentatie bij OBJECT Rotterdam nog t/m zondagmiddag 10 februari 2013 de foto’s van Awoiska kunt komen bekijken.