
In A’dam Noord op Beeld Hal Werk met een vermakelijk en beklemmend beeld, vier rolschermen omsluiten desgewenst de bezoeker, die na enige momenten in het donker vervolgens weer onthuld wordt. Meestal een beetje opgelaten en opgelucht. Wat blijkt? ‘Pavillion’ (1999) is een telefooncel-achtige bouwwerk voorzien van rolluiken die korte tijd helemaal dichtgaan. Twaalf lange seconden staat de bezoeker in het duister, tot de rolschermen weer kieren licht doorlaten.
Het werk is een verwijzing naar een belangrijke gebeurtenis in het leven van Koelewijn. In 1983 kreeg hij een ernstig auto-ongeluk. Hij brak zijn nek, maar overleefde het. Sindsdien is de rechterzijde van zijn lichaam deels verlamd. Het ongeluk heeft hem bewuster gemaakt van de broosheid en de tijdelijkheid van het leven. (bron: Gerrit van den Hoven, Brabants Dagblad).
In het Stedelijk maakte Koelewijn een verre echo van Wim T. Schippers z’n Pindakaasvloer (1963/2010) die toevallig ook deze maand te zien is, bij Galerie Zinger Presents in de Pijp. Nursery Piece (2010) is een frêle vloertekening in blauw en groen zand met eucalyptusgeur op de pagina’s van Spinoza’s Ethica, een echte blikvanger. Door een optisch effect lijken de cirkels te draaien. Kennelijk is een eerdere versie al eens uitgewist getuige de catalogusfoto. Koelewijn werkte eerder met geurende materialen waaronder Driehoekzeep, bouillonblokjes en babypoeder.
Job Koelewijn heeft over een periode van 15 jaar een ruim aantal multiples gemaakt die hij in 2009 in een kabinet bij elkaar toonde, het Medicine Cabinet. Het zijn vaak speelse werken, waarin thema’s als zintuiglijkheid en literatuur terugkomen. Samen vormt het een mooie afspiegeling van Koelewijn’s diverse oeuvre.
3 Poetry Locks bij onze presentatie op Art Rotterdam 2017
Onze favoriet is het hier getoonde Poetry Lock, een rolmaat met daarop – 10 meter lang – een laat gedicht van Samuel Beckett, What is the Word. Een mooi tastend en struikelend gedicht over de worsteling met het onvermogen om woorden te vinden om jezelf uit te drukken. Vrij vormgegeven naar Stanley. Check ook de body-warmer met speakers waarop 5 gedichten te horen zijn (á € 2.000, oplage 12).
Koelewijn vertelt in een mooi interview met Hans den Hartog Jager over zijn verslaving aan de energie van het maken van kunst. Of hem dat een aangenaam mens maakt is de (niet erg relevante) vraag.
‘(…) het is waarschijnlijk niet voor niets dat mijn assistenten om de twee jaar weglopen. Dan roep ik weer eens: “weten jullie wel dat het een grote eer is om voor mij te mogen werken, stelletje klootzakken!” De wrijving, het ongemak, stuwt me op.’
Wat me verbaast: dat je het zoveel over boosheid en kwaad en onmacht hebt, terwijl je werk zo zachtaardig en poëtisch is. Waarom zie ik die kwaadheid niet terug in je werk? ‘Dat is me te gemakkelijk. Met mijn werk wil ik een alternatief proberen te bieden. Joseph Brodsky heeft eens gezegd: “een groot kunstenaar geeft zijn publiek een uitweg.” Ik kan wel kunst maken over mijn ziekte, maar wat levert dat op? Ik wil liever de toeschouwer en mezelf op een hoger plan brengen…’
Zit daar ook troost in? ‘Nou troost… Als een werk goed is, dan is het een kruispunt van allerlei beladen ideeën en momenten. Ieder goed kunstwerk is een nieuw subliem, beladen moment in het universum. En die wil ik maken. Zo ambitieus ben ik wel.’
titel: | Poetry Lock, 1999 |
techniek: | metaal, oplage 50 |
afmetingen: | 10 x 7 x 3 cm |