Recente berichten

  1. Interview met Joncquil

    1 Comment

    Hoofdbeeld-Joncquil

     

     

     

    1. Kun je ons iets vertellen over hoe het bevalt om een galerie als atelier te gebruiken?

    Heel goed, het werkt verrassend prettig. Het grootste verschil met mijn atelier is dat dit een blanco ruimte is. Er is verder niets dan het werk dat ik op dat moment maak, of heel recent gemaakt heb. Mijn atelier staat bomvol met ‘oud’ of misschien iets vriendelijker gezegd voltooid werk en dingen waar ik nog iets mee wil. Dat werkt allemaal mee – maar naar mijn idee vaker tegen bij het maken van nieuw werk. Hier is het bijna een frisse start omdat ik de werken op zichzelf-staand kan zien.

    Dat de ruimte bijna 4 x mijn atelier is helpt daar natuurlijk wel bij. Dat er hier vrij mensen in- en uitlopen is ook een significant verschil. Voor deze ‘tentoonstelling’ wilde ik dat ook, om eens reactie te krijgen op dingen die ontstaan in plaats van dat ze ‘af’ aan de muur hangen.

    2. Maak je ander werk dan in je normale atelier?

    foto-2-joncquil

    Jazeker, dat was de voornaamste reden om deze tentoonstelling dit concept mee te geven. Mijn atelier ‘nodigt mij’ vooral uit om te schilderen. Daarnaast ontstaan er heel veel ideeën en kleine schetsen maar de uitvoering vind ik dan meestal – letterlijk – niet op zijn plek. Terwijl die andere beelden een belangrijk deel zijn van mijn kunstenaarschap, kwamen ze steeds minder naar buiten. Door mijn eigen toedoen en door hun bekendheid lijken m’n schilderijen daarin te domineren. Hier is dat juist omgekeerd. Het is een manier om eindelijk al die prangende ideeën uit mijn hoofd op hun plek te krijgen. Dus maak ik installaties, assemblages, foto’s en de eerste schreden naar de film staan op het programma. Ik werk altijd vrij associatief. Zowel in mijn schilderijen als in mijn andere werk.

    Al noem ik mijzelf een schilder, ik zou toch niet het begrip pur sang willen gebruiken. Het is niet dat ik een verveelde schilder ben die nu zo nodig andere dingen wil uitproberen, ik maak dit al sinds mijn academietijd en vond dat ik ze zelf wat onderwaardeerde. Tegelijkertijd voel ik na twee weken de behoefte om te schilderen opkomen dus die zullen ook nog zeker ontstaan.

    foto-3-joncquil

    3. Hoe ziet je werkdag er uit?

    Ze zijn vooral heel lang.

    Ik word in deze periode extreem vroeg wakker (voor mijn doen), dus om 8 uur zit ik met koffie achter mijn laptop te kijken wat ik de dag ervoor gedaan heb. Doordat ik veel op een tumblr blog post ontstaat er ook een ‘schone’ afstand waarmee ik de beelden op waarde kan schatten. Vervolgens teken ik elke dag een nummer die ik ad random uit een hoed tover. Een fijne manier om de dag te beginnen met een vaste regelmaat. Daarnaast zit het vast aan een loterijtje (mensen die de uitnodiging per post ontvingen kregen ook een nummer, wanneer het overeenkomt met die van mij krijgen ze een werk).

    Dan bekijk ik de beelden die gemaakt zijn live en bepaal ik of ze verdwijnen of nog even blijven. Doordat alles is vastgelegd is het ook heel makkelijk door te borduren of dingen uit te proberen. Dan voer ik wat oude ideeën uit van mijn to do list en ontstaan er gaandeweg nieuwe – zodat de to do list nooit echt kleiner wordt. Ik ben sowieso aanwezig gedurende de openingstijden maar tot nu toe werk ik ook een groot deel van de avond omdat er nogal wat installaties zijn met licht.

    foto-4-joncquil

    Joncquil aan het werk in zijn kantoor aan de Blaak @ Re: Rotterdam

    4. Kun je ons iets vertellen over de bijzondere publicatie CQ holding – the Book?

    Oh ja daar ben ik ook nog een deel van de dag mee bezig. 🙂 Een onderdeel van de publicatie is een ingeplakte pagina en ik heb een vrij omslachtige manier bedacht om de boekjes te signeren.

    CQ Holding the book is een mooi voorbeeld van hoe mijn brein werkt eigenlijk. Begin dit jaar had ik voor mijn deelname aan de Re: Rotterdam (een kunstenaarsbeurs) een cluster werk gemaakt dat bestond uit een aantal schilderijen en sculpturen. Toen ik bij de kijkdag de ruimte zag vond ik dat die presentatie nergens op zou slaan. De ruimte aan de Blaak was een kantoorpand dat naar mijn mening in zijn verschijning zo aanwezig was dat je alleen maar een kantoor zou blijven zien. Daarom besloot ik op dat moment mijn werken zo te presenteren, in een kantoor situatie. Leeg was het okee maar ik verbond er voor mijzelf een performance aan zodat ik er een actief werk van maakte. Strak in pak forensde ik iedere dag op en neer en zou daar ter plekke werk maken.

    foto-5-joncquil

    Het kantoor is ook zo’n tegenovergestelde van het atelier dus vond ik het heel logisch collega’s uit te nodigen. Het begrip collega heeft iets van haat / liefde dus nodigde ik kunsthistorici en critici uit om in en over mijn werk te schrijven en te praten. Na de beurs bleven die teksten over en die wilde ik niet zomaar als verslag op de tumblr zetten. Doordat grafisch ontwerpster Renate Boere ook een van mijn medewerkers was met wie ik een boek zou maken leidde dat uiteindelijk tot de publicatie. Op het gebouw aan de Blaak prijkt de regel ‘Alles van waarde is weerloos’, de rest van het gedicht van Lucebert de zeer oude zingt (1974) bleek wonderlijk goed bij mijn thematiek te passen en is als voorwoord opgenomen in de bundel.

    Het leek mij mooi een boek te maken dat in de vormgeving – net als zijn hele inhoud – over de gedachte waarde en tijd gaat. In de ontwerp fase werd het concept helemaal duidelijk en bleek een laatste toevoeging de inkt zelf te zijn. Die lost op als je hem aanraakt. Ik ben niet zo thuis in de boeken dus wilde ik, als schilder, een werk maken dat ook aantrekkelijk is als je (het) niet kan lezen.

    Het resultaat is een boek/werk dat op zichzelf staat in plaats van een boek over mijn werk.

    NB Als deze video niet laadt op je iPad of smartphone, bekijk hem dan hier.

    Op het Haagse kunstblog Jegens en Tevens staat een mooie post over The Making Off van deze publicatie. Interesse in dit bijzondere boek? Voor 75 euro heb je een gesigneerd exemplaar. Mail ons en we helpen je graag verder. De finissage de tentoonstelling is op 17 november – daar wordt tevens het boekje officieel gelanceerd.

    De foto’s in deze post zijn trouwens van Ed Jansen, een fotograaf en liefhebber met een zeldzaam goed oog voor goede kunstfotografie. Bekijk vooral zijn Flickr pagina eens of zijn fotocolumn over bijzondere tentoonstellingen en performances in Den Haag en omstreken. Heel fijn.

  2. Video: Merijn Bolink vertelt over het kunstwerk dat hij maakte voor de AMC Kunststichting

    Leave a Comment

    Atelier-Merijn-Bolink

    Een poosje geleden waren we te gast bij Merijn Bolink in zijn atelier, en dat was heel bijzonder. Zijn atelier is bepaald een ongewone plek en het was fantastisch om op deze werkvloer bezaaid met werken, aanzetten tot werken, experimenten, schetsen, wonderlijke stillevens te mogen filmen en de kunstenaar uitgebreid te spreken. De aanleiding hiervoor was het 2e videoportret dat we maakten in de reeks voor de kunstcollectie van het AMC.

    In 2009 maakte Bolink een enorm kunstwerk in de afdeling Psychiatrie van enkele verdiepingen hoog. Een jaar lang werkte hij met assistenten intensief aan dit grote project. In de film hieronder vertelt hij er alles over. Het is volgens eigen zeggen de leukste opdracht waar hij aan gewerkt heeft tot dusverre. Het maakplezier, het zoeken naar praktische oplossingen, de hele samenwerking, de bijzondere bestemming en de oorsprong van dit beeld, de kunstenaar vertelt er aanstekelijk over. Ook blijkt zijn bijzondere persoonlijke betrokkenheid met de bewuste afdeling.

    NB Als de video niet laadt op je Ipad, Iphone of smartphone, bekijk hem dan hier.

    Over Merijn Bolink schreven we al eerder op We Like Art. Hij is geen beeldhouwer in de klassieke zin maar meer een tedere sloper, knutselaar, taxidermist, wetenschapper, ideeënfontein. Verdubbelingen, vloeiende versmeltingen, ontledingen en vooral absurde metamorfoses geloofwaardig maken – daar is Bolink dol op. Hij maakte in de jaren negentig naam met een reeks verrassende klassiekers die menigeen nog steeds op het netvlies gebrand staan. De eekhoorn opgenomen in een houten ladder, de doorgesneden uitgeholde appel gevuld met het vruchtvlees van een sinaasappel, de oermoederkinderwagen met haar stoet genetische kinderwagentjes, de verdubbelde piano, de versplinterde tijger in een soort frietsnijder met uit elke gesneden sliert een nieuwe tijger.

    “Zelf zoek ik, in elk nieuw beeld, naar mogelijkheden iets te scheppen, buiten de natuur om. Beter dan de natuur.”

    Merijn Bolink had museale exposities in het Groninger Museum, het Gemeentemuseum Den Haag en het Cobra museum Amstelveen. Zijn werk is in het bezit van een reeks musea en bedrijfscollecties zoals Akzo Nobel en de Rabobank.

  3. 4 vragen aan Rozemarijn Westerink

    Leave a Comment

    Rozemarijn Westerink

    Change (2013), pen en inkt op papier, 65 x 50 cm, € 800,-

    Vorige maand In de Westergasfabriek toonden we met enige trots een bloedmooie tekening van Rozemarijn Westerink, een mooi nerveus vrijwel dichtgetekend werkje in zwart-wit. Het is heel bijzonder hoe Westerink haar horror vacui bezweert op de vierkante centimeter en met hetzelfde gemak op monumentaal formaat. Haar wandschilderingen zijn net zo indrukwekkend en even vreemd en duister.

    Eerder schreven we over haar werk:
    Lieve hertenkopjes, gemaskerde mannen. Kabouters met rode puntmutsjes, vervaarlijke doodshoofden. Paarden met mooie manen en grote ogen tegenover woest ogende mannen met grote zwarte geweren. Deze tegenstellingen kom je allemaal tegen in het werk van Rozemarijn Westerink (1982, Ede). In haar tekeningen, schilderijen, animatiefilmpjes en installaties met wandvullende beelden is een bijna schokkend contrast waar te nemen in haar stijl van tekenen; een soort droombeelden in natuurgetrouwe fijn gearceerde lijnen èn graffiti-achtige punk in zwarte druipende vegen.

    Ze maakte onlangs een nieuw groot werk in een Werfkelder bij de manifestatie Utrecht Down Under. Hoog tijd om Rozemarijn een paar vragen te stellen over dit werk op locatie en de tekeningen die ze speciaal voor We Like Art selecteerde.

    beeld-2-rozemarijn_westerink_drawing

    z.t. (groepsportret)(2013), pen en inkt op papier, 24 x 32 cm, € 400,-

    (meer…)

  4. Video: Scarlett Hooft Graafland vertelt over March With Many Dots

    Leave a Comment

    Scarlett Hooft GraaflandEr is een actief opdrachtenbeleid voor de openbare ruimten in het pand, in de afgelopen jaren zijn opdrachten verleend aan onder andere Elspeth Diederix, Roy Villevoye, Jan van der Ploeg, Thomas Elshuis, Jacqueline Hassink, Floris van Manen, Vincent Zedelius, Merijn Bolink en Scarlett Hooft Graafland. Het zijn vaak echte blikvangers die voor personeel, bezoekers en patiënten als markatiepunten in het soms ondoorgrondelijke gangenstelsel fungeren. Omdat er binnenkort een geheel nieuwe site voor de kunstcollectie wordt gelanceerd werd het hoog tijd om een aantal kunstopdrachten eens nader te belichten.

    Zo gaan we deze week op pad met Roy Villevoye om een dagje te filmen, en eerder interviewden we al Merijn Bolink in zijn atelier en op de hoogwerker naast zijn beeld (binnenkort hier op de site) en we vroegen Scarlett Hooft Graafland onlangs het hemd van het lijf over ping-pong balletjes, Photoshop en ploeteren door de sneeuw. Echt superleuk om Scarlett te horen praten over dit bijzondere project. Ze reisde er enkele malen voor naar Lapland en croste weken achtereen met een sneeuwscooter naar afgelegen plekken waar rendieren zich ophouden. Kijk en luister hier:

    NB Als de video niet laadt op je Ipad, Iphone of smartphone, bekijk hem dan hier.

    Scarlett Hooft Graafland is momenteel te zien met een eigen zaal in de grote openingstentoonstelling in Huis Marseille in Amsterdam. Het gaat goed, hier zie je haar in de online kolommen van de NY Times: An Artist Who Uses Mother Nature as Her Canvas.

    Nog 1 ding: we danken Bart van den Broek van Filmdoc voor de regie en montage, Bart is onder meer de editor van een aantal Hollandse Meesters en een waslijst aan goede documentaires – en Jiskefet. En een genot om mee samen te werken.

  5. Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst 2013

    Leave a Comment

    Philipp-Kremer

    Philipp Kremer, Basic community IX, olieverf op doek, 200 x 260 cm, 2012. (foto’s: Tom Haartsen)

    De Koning maakte vrijdag de 4 winnaars bekend: Wieteke Heldens, Marijn van Kreij, Philipp Kremer en Jorn van Leeuwen. De maidenspeech van Willem Alexander voelde als een warm bad. We halen een paar uitspraken aan:

    “Drieëndertig jaar lang reikte mijn moeder deze Prijs uit. Dit jaarlijkse evenement is haar bijzonder dierbaar. Niet alleen uit persoonlijke betrokkenheid, maar ook vanuit de visie dat kunstenaars een onmisbare rol in onze samenleving vervullen.”

    Kijk dat is niet verkeerd als een vooraanstaand publiek figuur het weer eens onomwonden opneemt voor de kunst. En dan niet vanuit de verdediging maar vanuit overtuiging.

    “Mijn moeder heeft schilders ooit omschreven als zieners die ons verrassen, ons wakker schudden en onze ogen openen voor een nieuwe beleving en zingeving van het alledaagse. Haar liefde voor de schilderkunst – en voor de kunsten in het algemeen – is voor mij altijd een grote bron van inspiratie geweest. Vanuit die inspiratie trek ik de lijn van deze prachtige traditie met plezier en overtuiging dóór.

    Schilderen is hard werken. Worstelen met de materie. Dóórzetten, soms tot de pijngrens. Maar het resultaat is die moeite méér dan waard omdat het ons leven en onze kijk op de wereld verrijkt, verdiept, verscherpt en vernieuwt.“

    Jorn-van-LeeuwenJorn van Leeuwen, Geranium Meteoor 8, beenderlijm, olieverf en damarhars op doek, 117 x 188 cm, 2013

    Dat is een geluid dat we natuurlijk graag horen. De Koning lijkt zich te verhouden tot sportmetaforen en het prikkelend bedoelde essay in de tentoonstellingscatalogus van criticus Domeniek Ruyters, die in een knap staaltje hermetisch proza de staat van de schilderkunst weer eens problematiseert. Ook Ruyters halen we graag even aan:

    “Je kunt de objectivering van de schilderkunstige handeling de laatste stap noemen in de emancipatie van de schilder, richting het gewenste analytische of conceptuele kunstenaarschap. Werd de schilderkunst eerst conceptueel en zich van de context bewust, vervolgens onderdeel van een multimediale praktijk, gecombineerd met performances, hier is te zien hoe het schilderen zich zelfs aan het ontdoen is van zijn meest identiteitsvormende onderdeel: de verf op doek. (..) Het schilderen wordt tot onderdeel gemaakt van een breder reflexief complex, van een onderzoek naar het beeld dat door de mediale verschuivingen zijn betekenis niet zeker is.”

    Ahem, duidelijk een tekst van een beschouwende professional gericht aan andere ingewijde professionals. Je vraagt je af of zo’n hard-core high-brow tekst geschikt is voor dit podium, we vermoeden namelijk dat veel bezoekers van de populaire tentoonstelling in het Paleis geen enkele boodschap hebben aan zo’n essay. Het is helaas de pavlov van veel schrijvende experts in de kunstwereld, je richten op je collega-experts in plaats van op de niet of minder ingevoerde lezer.

    Lezen voelt als huiswerk, een wervend aanstekelijk verhaal zit er al helemaal niet in. Het versterkt bij de buitenstaander het gevoel dat de kunstwereld een naar binnen gericht gezelschapsspel is. Dat Ruyters het in zijn stuk het nog steeds heeft over de Koninklijke Subsidie van de Schilderkunst, een naam die al een paar jaar geleden is veranderd in de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst is misschien wel veelzeggend. Hulde dus voor het enthousiasmerende geluid van Willem Alexander. Lees de hele speech van de Koning hier.

    Wieteke-Heldens

    Wieteke Heldens, Dry Pain’t, olieverf op doek, 100 x 150 cm, 2013

    Over de winnaars en de 21 andere deelnemers aan de tentoonstelling in het Paleis kunnen we kort zijn, het is weer een mooie staalkaart van wat er momenteel gemaakt wordt door jonge schilders. Erg leuk om te gaan kijken en je zelf een mening te vormen!

    De eigenwijze jury (4 kunstenaars en 3 kunstbobo’s) koos dit jaar niet voor reputaties en nomineerde een aantal nieuwe namen. Onze verwachting was dat schilders die het afgelopen jaar doorbraken bij grote galeries van naam, Peggy Franck bij galerie Fons Welters en Coen Vunderink bij galerie Gabriel Rolt zeker aan de haal zouden gaan met de prijs. Niet dus.

    Marijn-van-Kreij

    Marijn van Kreij, Untitled (Manet, A Bar at the Folies-Bergère, 1882), gouache op papier, 97 x 70 cm, 2012

    Wel werd Marijn van Kreij  (Galerie Paul Andriesse) op het schild gehesen, van Kreij is al jaren te zien op allerlei spannende (museale) tentoonstellingen – dus was het eigenlijk een verrassing dat hij eindelijk een keer meedeed aan de competitie. Marijn van Kreij kwam bij ons ook al eerder voorbij: hier en hier.

    Winnaar Philipp Kremer is vers van de Rijksacademie en zorgt samen met Van Kreij (ook Rijksacademie alumnus) dat traditioneel de helft van de prijswinnaars van de Rijks of de Ateliers komt. Eerder in 2010 schreven we al over deze opvallende tendens. Lees hier meer. Beide andere winnaars (Wieteke Heldens  en Jorn van Leeuwen) zijn in zekere zin dark horses en dat is eigenlijk wel leuk en onverwacht. En bemoedigend voor alle jonge schilders die nog geen naam gemaakt hebben.

    De Koninklijke Prijs geeft al jaren een vrij goed beeld van de verwachtingen die leven in de kunstwereld over de winnaars en exposanten. Vaak ook worden schilders opgepikt door galeries en verzamelaars juist naar aanleiding van hun presentatie op de Dam. Ga vooral zelf even kijken en stem op je favoriete kunstenaar voor de publieksprijs.

    De tentoonstelling is geopend t/m 27 oktober 2013.
    Het Koninklijk Paleis in Amsterdam is gedurende de tentoonstelling geopend van dinsdag tot en met zondag van 11.00 – 17.00 uur.
    Video van de opening:  NOS.nl
    Website Koninklijk Paleis | Beeldverslag opening bij Trendbeheer

     

  6. Hellen van Meene – Yellow (2013)

    Leave a Comment

    Hellen_van-Meene_1

    Veel van de deelnemende kunstenaars zag je hier al eerder op het blog voorbij komen (Popel Coumou, Elspeth Diederix, Scarlett Hooft Graafland, Juul Kraijer, Katja Mater, Hellen van Meene, Awoiska van der Molen, Viviane Sassen). Sterker nog – er hangen werken in de 10 zalen van Huis Marseille die we hier eerder al bespraken. Super.

    Hellen van Meene heeft met haar karakteristieke naar binnen gerichte portretten een mooie presentatie in een oude stijlkamer in het nieuwe pand van Huis Marseille. Ook is ze momenteel te zien in een ander museum, het fraai vernieuwde Kranenburgh in Bergen. En in 2014 heeft ze een solo in het Fotografiemuseum in Den Haag. Niet gek voor deze internationaal gevierde fotograaf die een poos amper te zien was in Nederland.

    Eind jaren negentig, begin 2000 werd Hellen van Meene wereldberoemd met haar portretten. Alle vooraanstaande musea in de wereld hebben werk van haar in hun collectie (Guggenheim, Stedelijk Museum, MOCA Los Angeles, Victoria en Albert museum etc). In 2006 was er een mooi overzicht van haar werk in Huis Marseille in Amsterdam. Ze wordt in Londen vertegenwoordigd door galerie Sadie Coles en in New York door galerie Yancey Richardson.

    Hellen_van-Meene_2

    We vragen je speciale belangstelling voor Yellow een nieuwe betaalbare editie van Van Meene. Eerder toonden we ons op WLA al enthousiast over Tout va disparaitre, Saint-Petersbourg (inmiddels uitverkocht) en The Secret Lives Of Girls (nota bene: allerlaatste exemplaren).

    Yellow vertelt een verhaal in de vorm van een drieluik dat zowel laat zien als verhult. De beelden gaan terug op polaroids die Hellen van Meene maakt ter voorbereiding van haar fotowerk, schetsend en verkennend. Badend in een zomers verblindend licht geven de foto’s in hun vluchtigheid de kwetsbare sfeer van de kindertijd weer. Een mooi intiem drieluikje elk in een passe-partout.

    Hellen_van-Meene_3

    Oplage: 25 exemplaren, gesigneerd en genummerd, oplage 25
    3 C-Prints, in passe-partout.
    Elk beeld: 77 mm hoog en 77 mm breed.
    Geprint in Purmerend bij De Verbeelding.
    Bestel het werk hieronder.