Recente berichten

  1. Joep van Lieshout – AVL-Ville, 2001 – laatste exemplaar

    3 Comments

    Alleen dit najaar al is hij te zien in het Stedelijk in Amsterdam, in het Boijmans in Rotterdam, in Frankfurt, in Venetie, in Maastricht (Out of Storage), in de Fundatie in Zwolle, in het Koreaanse Gwangju, in Londen en in Eindhoven bij Piet Hein Eek. Voor 2012 staan er soloshows in Madrid, Ludwigsburg en Wenen op de agenda – en een hele rits groepstentoonstellingen natuurlijk.

    Vorig jaar was er bij Infernopolis in de Rotterdamse Onderzeebootloods een reeks kenmerkende spektakelstukken te zien, van de monumentale pikken tot en met de Bikini-Bar, de politiek weinig correcte van ledematen en hoofd ontdane vrouwentorso, voorzien van een barretje binnenin. Check hier een mooie fotoreeks.

    Plagen en sarren daar is Van Lieshout dol op. En groot denken. Sinistere science-fiction in polyester. Tot en met het hergebruik van menselijke slaven in zijn Slave City project. Lugubere praktische oplossingen voor de aanstaande eindtijd waarin de strijd om de natuurlijke grondstoffen pas echt goed is losgebarsten. Van Lieshout staat voor een speciaal soort beschavingsoffensief.

    Hij krijgt daarmee niet altijd enthousiaste reacties. Onlangs werd zijn vormgeving voor de opera Tannhäuser van Richard Wagner in Bayreuth boos ontvangen. De zo typische klinische setting van destilleerketels, werktuigen en containers -een gesloten circuit van voedsel, alcohol, uitwerpselen en energie – was daar debet aan.

    Mischa Spel schreef in NRC Handelsblad:
    Boe-roepen is in het conservatieve Bayreuth een beetje folklore, maar de orkaan van afkeurend geloei die het regieteam dit jaar oogstte, was extreem.
    Tannhäuser gaat over een ridder die heen en weer wordt geslingerd tussen verlangens naar zowel zinnelijkheid als ordelijkheid. Zinnelijkheid vindt hij op de Venusberg, hier een sm-kooi waarin mensen dansen als apen en waar zuigende objecten schreeuwen om aandacht. De ordelijkheid van de riddermaatschappij op de Wartburg vertaalden Baumgarten en Van Lieshout naar een fabriekshal. Mensen zijn er slaven van een zelfvoorzienend systeem: men eet, werkt, bidt, slaapt en ontlast zich. Een alcoholtank achter op het podium smoort potentiële rebellie, van de uitwerpselen wordt gas gestookt waarop eten kan worden gekookt. Het concept wekte fikse afkeer. Te intellectueel, te kil, luidden de publieksreacties.

    De prijzen van het werk van Van Lieshout houden gelijke tred met zijn internationale faam en dus is het zoeken geblazen naar betaalbare edities. We hebben een mooie oplage gevonden van een overzichtstekening van AVL-Ville uit 2001. Het eerste mega-project van Van Lieshout. Een autarkische vrijstaat in de haven van Rotterdam. Inclusief ziekenhuis, kunstacademie, kantine, brouwerij, worstenfabriek, boerderij, eigen valuta en wapenfabriek. Het is een fikse oplage dat wel. Er zijn nog 17 exemplaren. En leuk om te weten, de originele tekening zit in de collectie van het Kröller-Müller Museum.

  2. May Heek – We Like Art editie – ‘Pigeons’ diptych (2011)

    Leave a Comment

    In de toekomst zullen we hopelijk veel meer van haar gaan zien! Heek neemt je mee naar plaatsen en personen. Alsof je ergens loopt en opeens is je oog gevangen door een eigenaardig karakter, een intrigerende plek of een schimmige situatie. Even blijf je hangen, verrast, onderzoekend, nieuwsgierig vooral. Zelf zegt ze hierover:…net als een vlek op je kleding, die er opeens is.”

    Gisteren, donderdag 15 september, opende in RC de Ruimte in Amsterdam, de eerste solotentoonstelling van May Heek met nieuwe, spannende werken. De titel van de expositie is Color and Transition Samples.

    De afgelopen maanden heeft zij onderzoek gedaan naar de subtiliteit van kleurschakeringen en grijstonen. Een belangrijk onderdeel van het onderzoek en de tentoonstelling, is de serie Pigeons, waarvan het tweeluik hierboven een voorbeeld is. De overgang van kleurgradaties in het alledaagse, in onopvallende situaties, trekt Heek’s belangstelling. Dit kan de schemering zijn, licht – donker, maar dus ook de verrassende kleurschakeringen bij de doodgewone duif. Door een uitsnede van die kleurgradaties te nemen, is het onduidelijk waar je naar kijkt. Heek schotelt de kijker een prachtige kleurstaal voor, met overgangen van grijs, bruin, groen, violet naar diepzwart. May Heek koos de duif als symbool voor diversiteit, alle duiven lijken op elkaar, maar als je op ze inzoomt zijn ze allemaal anders. Het vieze stadse en de esthetiek ontmoeten elkaar.

    (meer…)